De geschiedenis van Albanië: van oorsprong tot heden

Door ThimoJongeneel
Geschiedenis Albanië
Home » De geschiedenis van Albanië: van oorsprong tot heden

De geschiedenis van Albanië is een boeiend verhaal van culturele diversiteit, strijd en wederopbouw. Dit kleine, maar veerkrachtige land op de Balkan heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de oudheid.

In dit artikel nemen we je mee op een reis door de tijd. Van de eerste inwoners tot het moderne Albanië, en vertellen we hoe dit land zijn unieke identiteit heeft gevormd!

We onderzoeken dus de historische gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de geschiedenis die hebben bijgedragen aan de vorming van het moderne Albanië. Laten we beginnen!

Oorsprong en oudheid van Albanië

De geschiedenis van Albanië begint met de oude volkeren die het land bewoonden, waaronder de Illyriërs, Grieken en Romeinen. Deze periode legde de basis voor de culturele en historische ontwikkeling van het land.

De eerste sporen in geschiedenis van Albanië

Cave of Pellumbas in Albanië
Albinfo

De eerste sporen van menselijke aanwezigheid in Albanië komen uit het Midden-paleolithicum en het Boven-paleolithicum. Deze sporen zijn ontdekt in het dorp Xarrë, dichtbij Sarandë, en bij Dajti, dichtbij Tirana.

In een grot (Pellumbas Cave) bij Xarrë zijn vuurstenen en jaspis voorwerpen, evenals versteende dierenbotten gevonden. In de regio rond de berg Dajti zijn botten en stenen gereedschappen ontdekt die lijken op die van de Aurignacien-cultuur.

Illyriërs in Albanië

De Illyriërs waren de eerste bekende bewoners van het gebied dat we nu kennen als Albanië, met een geschiedenis die teruggaat tot de vroege ijzertijd. Dit Indo-Europese volk bewoonde de westelijke Balkan en ontwikkelde een rijke cultuur met unieke tradities en gebruiken.

Ze werden voor het eerst beschreven in een Griekse tekst uit de 4e eeuw voor Christus. Belangrijke stammen waren de Ardiaei, Taulantii en Albanoi in centraal Albanië, de Parthini, Abri en Cavii in het noorden, de Enchelei in het oosten en de Bylliones in het zuiden.

De Illyriërs stonden bekend om hun vaardigheden in metaalbewerking en hun sterke krijgers, die vaak in conflict kwamen met naburige stammen en imperia.

Grieken en Romeinen in Albanië

Grieken en Romeinen in geschiedenis van Albanië

Na de Illyriërs vestigden de Grieken zich vanaf de 7e eeuw voor Christus aan de Illyrische kust, zoals Apollonia, Aulon (Vlorë), Epidamnos (Durrës), Lissus (Lezhë) en Buthrotum (Butrint). Hier stichtten zij handelsposten en introduceerden ze hun cultuur en taal. Deze Hellenistische invloeden werden later versterkt toen het gebied deel ging uitmaken van het Romeinse Rijk.

De Romeinen brachten infrastructuur, zoals wegen, burggen en aquaducten, en stimuleerden de economische en culturele uitwisseling. De stad Durrës, ooit bekend als Epidamnos, werd een belangrijke handelsstad in de regio.

Christianisatie in Albanië

Met de opkomst van het christendom in het Romeinse Rijk begon ook in Albanië de verspreiding van deze nieuwe religie. Het amfitheater van de eerder genoemde plek Durrës werd gebruikt voor de verspreiding van het christendom. Tegen de vierde eeuw was het christendom goed ingeburgerd, en de bouw van kerken en kloosters markeerde deze transitie.

Dit was een periode van culturele verandering, waarin oude heidense gebruiken langzaam plaatsmaakten voor christelijke rituelen en vieringen. Deze overgang heeft een blijvende impact op de Albanese cultuur en samenleving.

Middeleeuwen in Albanië

De middeleeuwen in de geschiedenis van Albanië waren een tijd van politieke verdeling, buitenlandse overheersing en culturele evolutie. Van kleine vorstendommen tot de invloed van de Byzantijnse en later de Ottomaanse Rijken, de middeleeuwen waren een dynamische periode in de Albanese geschiedenis.

Vroege middeleeuwen in Albanië

Val West-Romeinse Rijk in geschiedenis van Albanië

Na de val van het West-Romeinse Rijk kwamen de Balkan en Albanië onder de invloed van verschillende machtige rijken. In de vroege middeleeuwen bleef de regio onder Byzantijnse invloed, hoewel lokale Albanese heersers steeds meer zelfstandigheid verwierven.

Deze periode zag de opkomst van regionale vorsten en de verdeling van het land in kleinere, vaak concurrerende, gebieden.

Vorstendom Arbër

Het Vorstendom Arbër, opgericht in de 12e eeuw, was een van de eerste politieke etniteiten die werd geregeerd door een Albanese heerser. Dit was daarom een belangrijk punt in de middeleeuwse geschiedenis van Albanië. Dit vorstendom werd geleid door Albanese heersers die streefden naar onafhankelijkheid van het Byzantijnse Rijk.

Het Arbër Vorstendom speelde een belangrijke rol in de versterking van de Albanese identiteit en de opbouw van een politiek en cultureel centrum in de regio.

Hoge Middeleeuwen in Albanië

In de hoge middeleeuwen onderging Albanië aanzienlijke veranderingen. De regio was vaak het toneel van conflicten tussen het Byzantijnse Rijk, de Normandiërs en andere Europese machten. De strategische ligging van het land maakte het een belangrijk gebied voor handelsroutes en militaire campagnes.

De voortdurende strijd om controle over het gebied leidde tot een periode van politieke instabiliteit en militarisatie. Ook zag deze tijd de opkomst van verschillende Albanese clans en vorstendommen, zoals het Vorstendom Kastrioti, het Vorstendom Albanië en het Despotaat Arta.

Vorstendommen en Liga van Lezhë

De Albanese vorsten en clans speelden een belangrijke rol in het weerstaan van buitenlandse invloeden en het bewaren van hun eigen vrijheid.

De verdeling van de Albanese vorstendommen bereikte een hoogtepunt in de 14e en 15e eeuw. In reactie op de Ottomaanse dreiging verenigden verschillende Albanese vorsten zich in de Liga van Lezhë in 1444.

George Kastrioti Skanderbeg en Liga van Lezhë

Onder leiding van de legendarische held George Kastrioti Skanderbeg, voerden de Albanese clans een hardnekkige strijd tegen de Ottomaanse overheersing. Gedurende 25 jaar voerde Skanderbeg succesvolle campagnes tegen de Ottomaanse troepen.

De Liga van Lezhë vertegenwoordigde daarmee een belangrijk moment van nationale eenheid en verzet tegen buitenlandse overheersing, hoewel deze uiteindelijk overweldigend was. Na de dood van Skanderbeg in 1468 veroverden de Ottomanen Albanië, maar de strijd voor onafhankelijkheid ging door tot de belegering van Shkodër in 1478-79. De belegering eindigde met de overdracht van Shkodër aan de Ottomanen door de Republiek Venetië in het vredesverdrag van 1479.

Ondanks de uiteindelijke ondergang van de Liga, blijft Skanderbeg een symbool van Albanese onafhankelijkheid en heroïsme!

Ottomaanse tijdperk in Albanië

De Ottomaanse overheersing in de westelijke Balkan begon in 1385 na hun overwinning in de Slag bij Savra.

De Ottomaanse overheersing in de geschiedenis van Albanië duurde meer dan vier eeuwen en had een diepe invloed op de sociale, economische en religieuze structuur van het land. Deze periode bracht zowel onderdrukking als culturele vermenging met zich mee.

Vroege Ottomaanse periode

De Ottomaanse overheersing breidde zich uit over Albanië in de 15e en 16e eeuw. De Ottomanen vestigden een feodaal systeem, waarbij lokale Albanese heersers als dienaren handelden. Hoewel het Ottomaanse bestuur vaak strikt was, lieten ze ruimte voor lokale gebruiken en gewoonten, wat leidde tot een mengeling van culturen en religies.

Ottomaans tijdperk in geschiedenis van Albanië

Ottomaans-Albanese oorlogen

De Ottomaanse overheersing werd regelmatig uitgedaagd door Albanese opstanden en oorlogen. De meest opmerkelijke leider in deze strijd was Skanderbeg, die de Ottomaanse uitbreiding in de Balkan stopte. Zijn leiderschap en strategische vaardigheden maakten hem een nationale held en een symbool van verzet tegen de Ottomaanse heerschappij.

Laat Ottomaanse periode

Na de Ottomaanse terugkeer in 1479 migreerden veel Albanezen naar verschillende delen van Europa en het Ottomaanse Rijk, waarbij ze hun culturele identiteit behielden. Gedurende de Ottomaanse periode integreerden veel Albanezen zich in de Ottomaanse structuren, zowel militair als administratief, en bekeerden zich tot de islam, wat voordelen opleverde.

Figuren als Ali Pasha van Tepelena werden belangrijke leiders in de regio. Deze periode zag ook een verandering in het stedelijk landschap van Albanië, met de bouw van bazaars en moskeeën. De Ottomaanse invloed bleef aanwezig tot het begin van de 20e eeuw.

De Albanese nationale beweging begon zich te organiseren tegen het einde van de 19e eeuw, met de oprichting van scholen en culturele verenigingen die de Albanese taal en identiteit promootten.

Semi-onafhankelijke Albanese Pasjaliks

In de 18e en 19e eeuw ontwikkelden zich voor het eerst semi-onafhankelijke gebieden in de geschiedenis Albanië, geleid door lokale heersers zoals Ali Pasha van Tepelena. Deze pasjaliks functioneerden als zelfstandige regio’s binnen het Ottomaanse Rijk, met hun eigen belastingstelsels en militaire macht.

Ze speelden een belangrijke rol in de bescherming van Albanese belangen tegen Ottomaanse centralisatie, totdat ze door de sultan werden afgezet.

Moderne tijd in geschiedenis van Albanië

De moderne tijd bracht grote veranderingen voor Albanië, waaronder de nationale heropleving, onafhankelijkheid en de uitdagingen van de 20e eeuw. Deze periode markeerde de overgang van een traditionele samenleving naar een moderne staat.

Nationale Renaissance (Renaixença) in Albanië

De Albanese Nationale Renaissance, bekend als de Renaixença, was een culturele en politieke beweging die in de 19e eeuw van de geschiedenis van Albanië opkwam. Deze beweging streefde naar het herstel van de Albanese taal en cultuur, en de bevrijding van Ottomaanse overheersing.

Intellectuelen, schrijvers en leiders, zoals Ismail Qemali, speelden een belangrijke rol in het bewustzijn van het Albanese volk en legden de basis voor de Albanese nationale identiteit.

Liga van Prizren

Liga van Prizren in geschiedenis van Albanië
Drenisa

In de 19e eeuw begonnen de Albanezen aan een Nationale Ontwaking, die leidde tot meerdere opstanden tegen het Ottomaanse Rijk. Het hoogtepunt hiervan was de oprichting van de Liga van Prizren in 1878. Onder leiding van Abdyl Frashëri streefde de Liga van Prizren naar de verdediging van Albanese gebieden tegen verdeling door de grote heersers.

Uiteindelijk werd de Liga onderdrukt door Ottomaanse troepen. En pogingen tot heropleving van de beweging, zoals door Haxhi Zeka in 1899 eindigden eveneens met onderdrukking en moord op leiders door Ottomaanse en Servische krachten.

Toch legde deze organisatie wel de basis voor de latere onafhankelijkheidsbeweging.

Albanese onafhankelijkheid

Op 28 november 1912, een belangrijk moment in de geschiedenis van Albanië, te midden van de Balkan Oorlogen, verklaarde Albanië zijn onafhankelijkheid van het Ottomaanse Rijk. Dit was een mijlpaal in de geschiedenis van het land. Toch brachten de erkenning door de internationale gemeenschap en de vaststelling van grenzen nog vele uitdagingen met zich mee.

Bovendien had de nieuwe staat te maken met interne verdeeldheid en externe druk, wat leidde tot politieke instabiliteit.

Vorstendom Albanië

In 1914, na de onafhankelijkheidsverklaring, werd het Vorstendom Albanië opgericht met een Duitse prins, Wilhelm von Wied, als vorst. Hij werd door de Albanezen als “koning” aangeduid om prestige te behouden.

In deze tijd verkregen Albanese religies hun onafhankelijkheid. Zo werd de Albanese Orthodoxe Kerk onafhankelijk en verbrak de moslimgemeenschap daarnaast de banden met Constantinopel.

Eerste Wereldoorlog in Albanië

Bunker in Eerste Wereldoorlog in Albanese geschiedenis

Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte Albanië in politieke chaos. Moslims eisten een moslimprins en keken naar Turkije als beschermer van de privileges die ze genoten hadden. Andere Albanezen zochten steun bij Italië. Weer anderen, waaronder veel beys en stamhoofden, erkenden geen hogere autoriteit.

Wilhelm verliet Albanië na een opstand geleid door Essad Pasha Toptani en Haxhi Qamili. Al snel bezetten diverse buitenlandse machten delen van Albanië. Het geheime Verdrag van Londen in 1915 beloofde delen van Albanië aan Italië, Servië, Montenegro en Griekenland, wat leidde tot verdere bezettingen.

Toen de oorlog eindigde op 11 november 1918, was Albanië verdeeld onder Italiaanse, Servische, Griekse en Franse troepen.

Verdelingsprojecten in 1919-1920

Na de Eerste Wereldoorlog bleven de problemen in Albanië voortduren met bezettingen door Servië en Italië. Ondanks de politieke instabiliteit en gebrek aan een erkende regering, hielden de Albanese Nationale Vergadering en lokale opstanden stand tegen buitenlandse bezettingen en plannen voor verdeling.

De interventie van de Verenigde Staten en de erkenning door de Volkenbond in 1920 hielpen Albanië om haar onafhankelijkheid te behouden. Echter, de nieuwe staat had te maken met grote interne uitdagingen en bleef kwetsbaar voor buitenlandse invloeden. Denk bijvoorbaald aan Italië en Joegoslavië.

Zogu-regering

Koning Ahmed Bey Zogu I in Albanië

Tijdens de tussenoorlogse periode kende Albanië veel politieke instabiliteit, met frequente wisselingen van premiers. In 1924 kwam Ahmed Bey Zogu naar voren als leider van Albanië en vestigde een autocratisch bewind. In 1928 riep hij zichzelf uit tot koning Zog I, en werd het land omgevormd tot koninkrijk.

Onder zijn heerschappij werd geprobeerd het land te moderniseren en te stabiliseren. Ondanks dat de regering van Zogu een belangrijke rol speelde in het versterken van de Albanese staat, werd het uiteindelijk geconfronteerd met interne en externe uitdagingen.

Zo werd zijn regering geconfronteerd met stevige opposite van zowel orthodoxe boeren als nationalisten. De orthodoxe boeren waren ontevreden over zijn steun aan moslimgrondbezitters en nationalisten vonden dat hij onvoldoende opkwam voor Albanees belang in Kosovo en andere Balkangebieden.

Juni Revolutie

Albanese kabinet in januari 1922 met Ahmed Bey Zogu en Fan S. Noli

De Juni Revolutie, ook bekend als de Antibourgeois Democratische Revolutie, van 1924 was een voorbeeld van onrust tijdens Zogu’s heerschappij. Deze opstand was ontstaan door beschuldigingen van verkiezingsfraude en de moord op een politicus.

De opstand, verdeeld in een noordelijk en een zuidelijk front, werd vooral gesteund door boeren die bevrijding zochten van feodale verplichtingen.

Na enige overwinningen van de rebellen, bezetten zij Tirana en vluchtte Zogu naar Joegoslavië. Fan Noli werd premier, maar zijn regering mislukte door gebrek aan steun en financiële middelen. Zogu keerde niet veel later terug, heroverde Tirana en Noli vluchtte naar Italië. Dit leidde vervolgens tot een periode van autoritair bewind tot de Italiaanse invasie in 1939.

Eerste Republiek

Na het omverwerpen van Fan Noli’s regering, riep Ahmet Zogu het parlement bijeen. Het parlement keurde snel een nieuwe grondwet goed. Ze verklaarden de eerste republiek en gaven Zogu dictatoriale bevoegdheden. Hierdoor kon hij ministers benoemen en ontslaan, wetten blokkeren, belangrijke administratieve functies invullen en een derde van de Senaat aanstellen. Vervolgens werd hij gekozen als president voor zeven jaar.

Boulevard van Koning Zog I in geschiedenis van Albanië
Dave Proffer

Zijn regering onderdrukte oppositie en censuur en regeerde met militaire gouverneurs. Daarnaast zocht hij bescherming bij Mussolini’s Italië, waarbij Albanië zich aansloot bij een Italiaanse coalitie tegen Joegoslavië. Zogu handhaafde goede betrekkingen met Italië en zou tot 1991 de enige Albanees president blijven.

Koninkrijk Albanië

In 1928 werd Albanië een monarchi met Zogu I als koning, na eerst als permier en president gediend te hebben. De nieuwe grondwet schafte de Senaat af en vestigde een eenkamerparlemt, maar Zogu behield zijn dictaroriale macht.

Hij voerde enkele hervormingen door, zoals het afschaffen van regionale toevoegingen aan namen en het doneren van land voor scholen en ziekenhuizen.

Na zijn kroning brak Zog zijn verloving af en kwam hij in conflict met zijn vijanden. Dit leidde bijvoorbeeld tot een aanslagpoging in Wenen. Ook was hij bezorgd over de Italiaanse invloed en weigerde in 1931 het verdrag met Italië te verlengen.

Tweede Wereldoorlog in Albanië

De Tweede Wereldoorlog had een ingrijpende invloed op de geschiedenis van Albanië, met invasies, bezettingen en actieve strijd tegen de bezetters.

Tweede Wereldoorlog in Albanese geschiedenis

Italiaanse invasie

Op 7 april 1939 viel Italië Albanië binnen, wat volgde op eeuwenlange Italiaanse interesse en twintig jaar van directe betrokkenheid, vooral onder Mussolini. Onder leiding van generaal Alfredo Guzzoni veroverden Italiaanse troepen snel het land, met Durrës, Tirana, Shkodër en Gjirokastër in enkele dagen.

Koning Zog vluchtte naar Londen, en op 12 april stemde het Albanese parlement in met de afzetting van Zog. Vervolgens bood het parlement de Albanese kroon aan Victor Emmanuel III van Italië aan. Shefqet Bej Verlaci werd benoemd tot premier en tijdelijke staatshoofd totdat Victor Emmanuel III de kroon officieel accepteerde.

Albanië onder Italië

Tijdens de Italiaanse beztting van Albanië, was Shefqet Bej Verlaci de premier totdat hij in december 1941 werd vervangen door Mustafa Merlika Kruja.

Italië controleerde direct de buitenlandse zaken, duoane en natuurlijke hulpbronnen van Albanië, en de Italiaanse Fascisten bevorderden Italiaanse kolonisatie. Tijdens de Grieks-Italiaanse oorlog in 1940 diende Albanië als basis voor de mislukte Italiaanse invasie van Griekenland.

Na de Duitse overwinning op Griekenland en de val van Joegoslavië, breidde Italië het Albanese grondgebied uit met Albanese bevolkte gebieden die eerder aan Joegoslavië waren toegewezen. Sommige Albanese gebieden bleven echter buiten de nieuwe grenzen en de bevolking onder Bulgaarse heerschappij werd zwaar onderdrukt.

Albanië onder Duitsland

Duitse soldaten in Albanië tijdens Tweede Wereldoorlog
Prizibilla

Na de Italiaanse overgave in september 1943 bezette Duitsland Albanië, waarbij Tirana werd ingenomen voordat de Albanese guerrilla’s konden ingrijpen.

Ondanks beperkte controle over Albanië, steunden de Duitsers populaire Albanese doelen zoals de annexatie van Kosovo. Albanese samenwerkende groepen werkten met de Duitsers tegen communisten en vertoonden geweld tegen Serviërs.

Na de bevrijding van Tirana op 17 november 1944 en de volledige bevrijding op 29 november 1944, vestigde Enver Hoxha een communistisch regime dat een terreurcampagne tegen rivalen voerde. Tijdens de

Communistisch verzet

In oktober werd de Albanese Communistische Partij opgericht onder leiding van Enver Hoxha. Hoewel de partij aanvankelijk weinig invloed had, groeide haar populariteit in 1942 door propoganda. Ze riepen de jongeren op om te vechten voor de bevrijding van hun land, dat bezet was door Fascistisch Italië.

In de beginjaren van het communisme in Albanië was minister van Binnenlandse Zaken Koci Xoxe de tweede belangrijkste man in de regering. Hij speelde een grote rol in deze vroege fase.

Gedurende de oorlog leidde het communistisch verzet tot een burgeroorlog tussen de communistische partizanen en andere verzetsgroepen, zoals Balli Kombëtar, die zich met de Duitsers hadden verbonden.

Nationalistisch verzet

In november 1942 werd het nationalistische Balli Kombëtar opgericht door Ali Këlcyra en Midhat Frashëri. De beweging, die zowel landeigenaren als boeren aantrok, verzette zich tegen de terugkeer van koning Zog en streefde naar een republiek met economische en sociale hervormingen. De leiders handelden conservatief uit angst voor vergeldingsmaatregelen door de Italiaanse bezetters.

Communistische revolutie in Albanië

Albanese Nationalistische Partizanen lopen door Tirana, Albanië

Uiteindelijk heroverden de communistische partizanen in januari 1944 het zuiden van Albanië en organiseerden een congres in mei, dat een Anti-Fascistisch Bevrijdingsraad instelde als administratie en wetgevende macht.

Enver Hoxha werd de voorzitter van deze raad en opperbevelhebber van het Nationale Bevrijdingsleger. Vervolgens versloegen de communisten tegen het midden van de zomer de Balli Kombëtar-troepen en stuitten ze slechs op sporadisch verzet toen ze naar het centrum en noorden van Albanië opmars maakten.

Tegen het einde van november waren ook de Duitsers uit Tirana teruggetrokken en vestigden de communisten hun controle over de hoofdstad met Hoxha als premier.

Het communistische Albanië

Na de Tweede Wereldoorlog vestigden communisten hun controle over Albanië door politieke tegenstanders te elimineren en de landheren en middenklasse te breken. In 1945 werd de monarchie afgeschaft en Albanië omgevormd tot een Volksrepubliek. Ook voerden de communisten radicale hervormingen door, waaronder een agrarische hervorming en de nationalisatie van industrieën.

Koci Xoxe pleitte voor nauwe samenwerking met Joegoslavië van president Tito, maar Enver Hoxha was hier niet voor te vinden. Na de afwijzing van een federatie door Stalin, werd Xoxe geëxecuteerd en Hoxha verwijderde de interne oppositie binnen de Albanese Communistische Partij (ACP).

Dictator en leider van Albanië, Enver Hoxha

Ook brak Albanië de relaties met Joegoslavië en de meeste westerse landen. Albanië werd steeds meer geïsoleerd, maar Chinese steun voorkwam volledig isolement. De communistische successen omvatten vermindering van analfabetisme en verbeterde levensomstandigheden, maar gingen gepaard met repressie en onderdrukking van religie. In 1975 werd Albanië zelfs de “enige atheïstische staat ter wereld”.

In 1981 werd Shehu dood aangetroffen, vermoedelijk vermoord op Hoxha’s bevel. Hoxha overleed in 1985 en werd opgevolgd door Ramiz Alia, die enkele hervormingen doorvoerde. In 1991 eindigde de eenpartijstaat en werd de Democratische Partij Albanië opgericht, met Fatos Nano als nieuwe premier.

Albanië na het communisme

De Vierde Republiek, ofwel Albanië na het communisme, vertegenwoordigt de huidige fase in de geschiedenis van Albanië. Deze periode wordt gekenmerkt door een overgang naar democratie en de uitdagingen van globalisering en economische ontwikkeling.

Albanië na het communisme

Overgang

In 1985 werd Ramiz Alia de eerste president van Albanië. Hij volgde de koers van Enver Hoxha, maar het was een tijd van verandering. Het communisme stortte in heel Europa in, en ook in Albanië bracht dat grote veranderingen met zich mee.

De veranderingen die door Mikhail Gorbatsjovs hervormingen in de Sovjet-Unie werden aangewakkerd, bereikten ook Albanië, wat leidde tot de toelating van pluralisme en het ondertekenen van de Helsinki-akkoorden. De eerste meerpartijenverkiezingen werden gehouden in 1991, waarbij de Socialistische Partij won.

Desondanks werd in 1998 een nieuwe grondwet aangenomen die een democratisch systeem instelde. De communisten verloren de macht in 1992 aan de Democratische Partij. De overgang naar een parlementair systeem verliep moeizaam, met teleurstellingen over het trage tempo van de hervormingen en het uitblijven van snelle economische voorspoed.

Democratisering

Na het winnen van de verkiezingen versloeg de Democratische Partij de Communistische Partij en werd Sali Berisha de president van Albanië. Albanië werd in 1995 lid van de Raad van Europa en vroeg om NAVO-lidmaatschap.

Hoewel er economische en democratische hervormingen werden doorgevoerd, leidden corruptie en piramidespelen tot anarchie in 1996-1997, wat internationale interventie vereiste. Berisha’s regering stortte in en de Socialistische Partij nam de macht over na de verkiezingen van 1997.

Verschillende premiers werden benoemd, en in 1998 werd een nieuwe grondwet aangenomen. De politieke veranderingen werden vergezeld door economische groei, ondanks politieke instabiliteit.

Huidig Albanië

Huidige Albanië

Edi Rama van de Socialistische Partij won de parlementsverkiezingen van 2013 en voerde als premier verschillende hervormingen door. Albanië trad in 2014 toe tot de NAVO en werd officieel kandidaat-lidstaat van de EU. In 2017 werd Ilir Meta gekozen als president, terwijl de Socialistische Partij wederom de parlementsverkiezingen won.

In 2021 behaalde de Socialistische Partij onder Rama opnieuw een overwinning. Bajram Begaj werd in 2022 de negende president van Albanië. Albanië startte in juli 2022 de onderhandelingen met de EU en organiseerde in december de EU-Westelijke Balkan-top.

Ondanks dat Albanië economisch groeit, blijft het een van de armste landen van Europa. De infrastructuur is nog niet goed ontwikkeld en niet alle kinderen hebben toegang tot onderwijs. Bovendien heeft een groot deel van de economie te maken met misdaad. Ook corruptie is een groot probleem.

Conclusie

We kunnen wel stellen dat de geschiedenis van Albanië een boeiend verhaal van strijd, verandering en evolutie. Het land heeft vele uitdagingen overwonnen en heeft zich ontwikkeld tot een moderne Europese staat met een unieke culturele identiteit.

Meer over de geschiedenis van de verschillende Balkanlanden leren? Lees dan hier nu verder!

Dit vind je misschien ook leuk

Laat een reactie achter!